Examples of using "Sonra" in a sentence and their dutch translations:
En dan?
Na de monsoen,
Toen in Bolivia.
Misschien later.
En daarna?
Na Orkaan Katrina
Wat gebeurt er daarna?
Als ik de ingewanden heb verwijderd...
zodat je ze niet vergeet.
En toen zei hij:
En dan... Terug voor meer.
En toen, een paar weken later,
Dan kunnen we ontkenning omgooien
Toen verhuisde hij naar het zuiden.
En opeens...
En dan verandert ze...
En dan, bam.
En toen, een paar weken later...
- Ik spreek je later nog.
- We spreken later verder.
Wij zullen later besluiten.
Ik zal het later uitleggen.
- Tot later.
- Ik zie je later.
En later, "Gutties", gemaakt met ...
Ik zie je na de voorstelling.
Ik zie je na de training.
Ik zal later betalen.
Wat zullen we daarna doen?
We maken het later wel af.
- Wat is er dan gebeurd?
- Wat gebeurde er toen?
- Wat is er toen gebeurd?
- Wat gebeurde er dan?
Lees na mij.
Lees na mij.
Herhaal na mij!
- Ze zijn na de film in slaap gevallen.
- Na de film zijn ze in slaap gevallen.
Ik vertrek overmorgen.
- Hij zal deze namiddag komen.
- Hij komt vanmiddag.
Na de lunch ga ik een tukje doen.
Ze worden dan aan boord geworpen,
en naar de anatomie van hagedissen en schildpadden,
En dit erin.
Lyne stapt van het podium af.
We verbannen ze uit ons leven.
Toen ging Chas naast me zitten.
Toen werd ik investeerder,
We koppelen de kerk aan de armen.
Anderen raakten gewond toen ze zich wilden verzetten.
Toen een staatsgreep in 1976.
toen het plots omsloeg.
."
en dan geef je het weer terug.
En dan zie ik haar...
Vanmiddag gaat het misschien sneeuwen.
Ik zal niet thuis zijn in de namiddag.
Hij stierf 3 dagen daarna.
Het is koud na de regen.
Zij gaan na school honkbal spelen.
Ik kijk ernaar als ik terug kom.
- Ik begin deze namiddag.
- Ik begin vanmiddag.
Ik kan niet zonder koffie na het eten.
Ik schrijf u overmorgen.
Waar gaan we nu naartoe?
We vertrekken morgen namiddag.
Ik ga voetbal spelen na school.
Na de winter komt de lente.
Herinner me er later aan.
Wat ga je nu doen?
Wat doen we nu?
Na de storm was de zee kalm.
Na de bui waren de stoepen nat.
- Na de storm was de oceaan rustig.
- Na de storm was de oceaan kalm.
- Wat gebeurde er daarna?
- Wat is er daarna gebeurd?
Laten we het na school doen.
Kunnen we later praten?
Ik speel tennis na school.
Straks meer hierover.
We vertrekken vanmiddag.
- Kun je later niet stofzuigen?
- Kunt u later niet stofzuigen?
- Kunnen jullie later niet stofzuigen?
Misschien wilt u 's middags een tukje doen.
Ik poets mijn tanden na de maaltijden.
Waar gaan we naartoe na onze dood?
Mooi weer na de regen.
- Ik zal me later bij jullie aansluiten.
- Ik ontmoet je later.
Ik poets mijn tanden na het ontbijt.
We werden na middernacht wakker.
Na zondag komt maandag.
Kan ik later terugbellen?
- Ik zie u later, oké?
- Ik zie jullie later, oké?
- Ik zie je later, oké?
Dat doe ik later.
We zouden dit later moeten bespreken.
Het geweld nam daarna snel toe.
Ze zijn drie maanden later getrouwd.
Na de winter komt de lente.
Hij komt daarna.
Het gaat regenen vanmiddag.
Tot weerziens!
Zondag komt na zaterdag.