Translation of "Kanada'ya" in Dutch

Kanada'ya gittim.

Ik was in Canada.

Arkadaşım Kanada'ya gitti.

Mijn vriend ging naar Canada.

O, Kanada'ya taşındı.

Hij verhuisde naar Canada.

Rusya'dan tutun Kanada'ya kadar.

...van Rusland tot aan Canada.

Kız arkadaşım Kanada'ya gitti.

- Mijn hartsvriendin vertrok naar Canada.
- Mijn hartsvriendin is naar Canada gegaan.

Yarın Kanada'ya hareket ediyorum.

Ik vertrek morgen naar Canada.

Bay White Kanada'ya gitti.

Meneer White ging naar Canada.

7 yaşındayken, Hindistan'dan Kanada'ya

Ik kwam van India naar Canada toen ik een jaar oud was

Bu paketi Kanada'ya postalamak istiyorum.

Ik wil graag dit pakketje naar Canada sturen.

Geçen kış, Kanada'ya kayağa gittim.

De vorige winter ben ik naar Canada gaan skiën.

Onlar onun Kanada'ya gitmesine yardımcı oldu.

Ze hielpen hem naar Canada te komen.

- Hiç Kanada'ya gittin mi?
- Hiç Kanada'da bulundun mu?

- Ben je ooit in Canada geweest?
- Bent u ooit in Canada geweest?
- Zijn jullie ooit in Canada geweest?

O bu otelde kalamıyor, çünkü o, Kanada'ya geri gitti.

Ze kan niet in dit hotel zijn, aangezien ze is teruggekeerd naar Canada.