Examples of using "İstifa" in a sentence and their dutch translations:
- Je zou ontslag moeten nemen.
- U zou ontslag moeten nemen.
- Jullie zouden ontslag moeten nemen.
- Ik neem ontslag.
- Ik zal ontslag nemen.
- Ik zal ermee stoppen.
- Ik nam ontslag.
- Ik heb ontslag genomen.
- Ik stap op.
- Ik neem ontslag.
- Ik dien mijn ontslag in.
Neem ontslag.
- Ik zou ontslag moeten nemen.
- Ik zou beter aftreden.
De premier is opgestapt.
- Hij gaf het op.
- Hij nam ontslag.
- Hij trad af.
Waarom zou ik stoppen?
Tom trad af.
Wij nemen ontslag.
- Ik stap op.
- Ik neem ontslag.
- Ik dien mijn ontslag in.
- Ik kap ermee.
- Ik stop ermee.
Tom wil ermee stoppen.
Ik gaf op.
Dat is niet waarom Tom ontslag nam.
- Er zijn geruchten dat hij ontslag zal nemen.
- Er zijn geruchten dat hij zal aftreden.
Hij is gedwongen ontslag te nemen.
Tom verzocht Mary dringend om op te stappen.
Ik weet waarom Tom ontslag heeft genomen.
Waarom wil Tom stoppen?
- Mijn baas was gedwongen ontslag te nemen.
- Mijn baas werd gedwongen ontslag te nemen.
Er is geen reden waarom hij ontslag zou moeten nemen.
Ze besliste ontslag te nemen.
Ik zag net dat de Saudische ambassadeur ontslag heeft genomen.
Ik neem nog liever ontslag dan onder hem te gaan werken.
De minister-president van IJsland, Sigmundur Davíð Gunnlaugsson, trad af nadat het onthuld was dat zijn vrouw een offshore investeringsbedrijf had.