Examples of using "Tenedor" in a sentence and their dutch translations:
- Er ontbreekt een vork.
- Er ontbreekt één vork.
Daar is een vork.
De vork is klein.
Deze vork is vies.
Ik gebruik de vork.
Hier is een vork.
- Kun je ons een vork brengen?
- Kunt u ons een vork brengen?
Trek de vork uit het stopcontact.
Ze eten met mes en vork.
De tanden van de vork zijn gebogen.
Een vork viel van de tafel.
Gewoonlijk eten wij met mes, vork en lepel.
Ik heb een lepel, vork en mes nodig. Bedankt.
Wij gebruiken stokjes in plaats van vork en mes.
De juiste plaatswijze van een bestek is de vork aan de linkerzijde van het bord en het mes aan de rechterzijde alsook de lepel.