Translation of "Saca" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Saca" in a sentence and their dutch translations:

Saca la lengua.

- Steek je tong uit.
- Steek je tong uit!

Saca el vendaje.

- Verwijder het verband.
- Haal het verband weg.

Saca una carta.

Trek een kaart.

Le saca las tripas

...duwt hij zijn ingewanden naar buiten...

Él me saca una cabeza.

- Hij is een hoofd groter dan ik.
- Hij is een kop groter dan ik.

Saca a Tom de aquí.

Breng Tom hier weg.

Saca el tenedor del enchufe.

Trek de vork uit het stopcontact.

Saca esas sillas por favor.

Gelieve deze stoelen weg te zetten.

Cuando salgas, saca la basura.

Neem het vuilnis mee als je naar buiten gaat.

Ella saca buenas notas en Inglés.

Ze haalt goede cijfers in Engels.

- Saque una carta.
- Saca una carta.

Kies een kaart.

Tom me saca de mis casillas.

Tom werkt op mijn zenuwen.

Saca otra silla de la habitación.

Haal nog een stoel uit de kamer.

Mi hermana mayor me saca dos años.

Mijn grote zus is twee jaar ouder dan ik.

Mientras prepara tres vasitos y saca una botella

Hij zet drie shotglazen klaar en haalt een fles boven,

Un hombre sabio saca provecho de sus errores.

Een wijze leert uit zijn fouten.

Siempre saca provecho de los errores cometidos por sus rivales.

Hij haalt altijd voordeel uit de gemaakte fouten van zijn tegenstanders.

- Un hombre sabio saca provecho de sus errores.
- Un sabio aprende de sus errores.

Een wijze leert uit zijn fouten.

- Un hombre sabio saca provecho de sus errores.
- Un hombre sabio se beneficia de sus errores.

Een wijze leert uit zijn fouten.