Examples of using "Sordo" in a sentence and their dutch translations:
Ben je doof?
Ik ben doof.
Ik ben niet doof.
Tom is doof.
Ik ben niet doof.
Ik ben niet doof.
Ben je doof of stom?
Hij is niet dom, maar doof.
Tom is doof aan één oor.
Ik ben niet doof.
Hij negeerde hun klachten.
Wijsheid is nodig om wijsheid te verstaan: muziek bestaat niet voor een doof publiek.