Translation of "Salido" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Salido" in a sentence and their dutch translations:

- ¿Han ido?
- ¿Han salido?

Zijn ze weggegaan?

- Se han ido.
- Han salido.

- Ze zijn vertrokken.
- Zij zijn vertrokken.

El sol aún no ha salido.

De zon is nog niet op.

El último tren ya ha salido.

De laatste trein is al weg.

El sol no ha salido desde octubre.

De zon is niet meer opgekomen sinds oktober.

Parece que él ha salido del país.

Hij lijkt het land verlaten te hebben.

Nunca he salido con ella. Es solo amistad.

Ik ben nooit met haar uit geweest. We zijn gewoon vrienden.

Ha salido un gato de debajo del escritorio.

Een kat kwam van onder het bureau tevoorschijn.

Ha salido una nueva consola. ¡La llaman Nintendo 64!

Er is een nieuwe console uitgekomen. Hij heet de Nintendo 64!

¿Has salido del país en los últimos 30 días?

- Heeft u het land in de afgelopen 30 dagen verlaten?
- Heb je het land in de afgelopen 30 dagen verlaten?

Estoy muy feliz de haber salido de la escuela secundaria.

Ik ben heel blij dat ik uit de middelbare school ben.

Me ha salido una dureza en la planta del pie.

Ik heb eelt aan mijn voetzool.

El bus ya había salido para cuando yo llegué a la parada.

Toen ik aankwam bij de halte, was de bus al vertrokken.

- ¿Nadie está herido?
- ¿No ha salido nadie herido?
- ¿No ha resultado herido nadie?

Is er niemand gewond geraakt?

- El último tren ya ha salido.
- El último tren ya se ha ido.

De laatste trein is al weg.

¿Había Napoleón cambiado de idea?, ¿o había salido terriblementa mal una treta cuidadosamente elaborada?

Was Napoleon van gedachten veranderd, of had hij een voorzichtig geconstrueerde list gruwelijk slecht gegaan?