Examples of using "Peter" in a sentence and their dutch translations:
Peter houdt van Jane.
Peter werd verliefd op het meisje.
Peter is een avondmens.
Peter drinkt behoorlijk veel koffie.
Peter houdt van Jane.
Peter is Engels. Is Susan ook Engels?
Peter en Eva zijn een mooi koppel.
Peter werd verliefd op het meisje.
Peter werd verliefd op het meisje.
Peter en Eva zijn een mooi koppel.
Peter hoeft de vergadering niet bij te wonen.
Wie is de jongen die Peter Pan speelt?