Translation of "Pagaron" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Pagaron" in a sentence and their dutch translations:

Te pagaron.

- Ze hebben je betaald.
- Je bent betaald.

pagaron sus préstamos

betaalden hun leningen terug

No me pagaron.

Ze hebben me niet betaald.

Le pagaron 10.000 dólares.

Hij werd 10.000 dollar betaald.

- Todo el mundo pagó.
- Todos pagaron.

Iedereen heeft betaald.

- ¿Cuánto pagaste por eso?
- ¿Cuánto pagaron por eso?

Hoeveel hebt ge ervoor betaald?

- ¿Cuánto pagaste por él?
- ¿Cuánto pagaron por eso?

Hoeveel hebt ge ervoor betaald?

Le pagaron para escribir una carta al presidente.

Ze betaalden hem om een brief aan de president te schrijven.

Recibo cinco francos al día, pero por hoy me pagaron el doble, o sea diez francos.

Per dag krijg ik vijf frank, maar voor vandaag ben ik dubbel betaald, dat is dus tien frank.