Translation of "Nueces" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Nueces" in a sentence and their dutch translations:

¡Nueces de pino!

Pijnboompitten.

Están juntando nueces.

Ze verzamelen noten.

Ellos están recogiendo nueces.

Ze verzamelen noten.

- A María le gustan las nueces.
- A Mary le gustan las nueces.

Maria houdt van noten.

¿Ven los restos de nueces?

Zie je die stukjes noot?

Mucho ruido y pocas nueces.

Veel geblaat, weinig wol.

La ardilla estaba ocupada colectando nueces.

De eekhoorn was bezig met noten verzamelen.

Tom llenó su bolso de nueces.

Tom vulde zijn tas met walnoten.

Esta ardilla es alérgica a las nueces.

- Deze eekhoorn heeft een notenallergie.
- Deze eekhoorn is allergisch voor noten.

A las ardillas les gustan las nueces.

Eekhoorns houden van noten.

El oso está comiendo muchas nueces, muchos frutos,

De beer eet dus een hoop nootjes... ...veel fruit...

Tal vez, nueces de ardillas o algo así.

Misschien eekhoornnootjes. Zoiets.

Sí, miren, una reserva de nueces de ardilla.

Kijk, een voorraad noten van een eekhoorn.

Las ardillas encuentran estas nueces en los abetos.

Eekhoorns vinden deze pijnboompitten... ...in de dennenboom.

- Puede contener tuercas.
- Puede contener nueces.
- Puede contener restos de frutos secos.

Kan noten bevatten.

Y, a veces, ellas esconden sus nueces en la base de un árbol.

En soms verstoppen ze... ...een voorraad noten in de boomstam.

En una caja de cartón ella tiene fruta, pasas, nueces, avena, kefir y latas de sardinas, atún y caballa.

In een kartonnen doos heeft ze fruit, rozijnen, noten, haver, kefir en ingeblikte vis, namelijk sardientjes, tonijn en makreel.