Examples of using "¡nueces" in a sentence and their dutch translations:
Pijnboompitten.
Ze verzamelen noten.
Ze verzamelen noten.
Maria houdt van noten.
Zie je die stukjes noot?
Veel geblaat, weinig wol.
De eekhoorn was bezig met noten verzamelen.
Tom vulde zijn tas met walnoten.
- Deze eekhoorn heeft een notenallergie.
- Deze eekhoorn is allergisch voor noten.
Eekhoorns houden van noten.
De beer eet dus een hoop nootjes... ...veel fruit...
Misschien eekhoornnootjes. Zoiets.
Kijk, een voorraad noten van een eekhoorn.
Eekhoorns vinden deze pijnboompitten... ...in de dennenboom.
Kan noten bevatten.
En soms verstoppen ze... ...een voorraad noten in de boomstam.
In een kartonnen doos heeft ze fruit, rozijnen, noten, haver, kefir en ingeblikte vis, namelijk sardientjes, tonijn en makreel.