Examples of using "Llenó" in a sentence and their dutch translations:
Hij vulde de fles met water.
Hij vulde de glazen met wijn.
De gehele hemel lichtte op.
Ze vulde het glas met wijn.
Hij vulde het glas met wijn.
Tom vulde zijn glas met water.
Tom vulde zijn tas met walnoten.
Tom vulde de kruiwagen met zand.
Tom vulde de emmer tot de rand.
Tom vulde de drie glazen met sinaasappelsap.
Maar, voor de eerste keer, vulde het me niet met wanhoop.
Begin maart viel de dooi in en lag het meer al gauw vol ijsschotsen, en op één daarvan zat een klein, eenzaam poesje.