Examples of using "Irte" in a sentence and their dutch translations:
Je mag gaan.
Wil je gaan?
Je mag gaan.
Je moet gaan.
Je kunt nu beter weggaan.
Je kan nog niet gaan.
U mag gaan.
Je kan maar beter gaan.
- Je kan maar beter naar huis gaan.
- Je kunt beter naar huis gaan.
Ge moet naar huis gaan.
- Ge moogt naar huis gaan nu.
- Je kunt nu naar huis gaan.
Ga nu maar naar huis.
Je moet naar huis gaan.
- Je mag gaan.
- Je kunt gaan.
- Je kan gaan.
Jij verkiest om naar bed te gaan.
Je moet vroeg naar huis gaan.
Je bent vrij om te gaan wanneer je ook wil.
Je moet gaan.
Als je het niet leuk vindt dan kan je weggaan.
Je staat op het punt te gaan, nietwaar?
Ik denk dat je nu beter gaat.
Wanneer ben je klaar om te vertrekken?
Het is tijd voor jou om naar bed te gaan.
Hoe laat gaat ge gewoonlijk slapen?
- Je mag gaan.
- U mag gaan.
Poets je tanden voordat je naar bed gaat.
- Je mag gaan.
- Jullie mogen gaan.
- U mag gaan.
Je moet vroeg naar huis gaan.
Wil je met mij mee of heb je liever dat ik een taxi voor je bel?
Het is beter voor je om voor het slapengaan niets meer te eten.
Het is beter voor je om voor het slapengaan niets meer te eten.
Het is bedtijd.
Waarom wil je vandaag weggaan?
sterf je jong, of het eindigt slecht voor je."
- Je kunt gaan als je wilt.
- U kunt gaan als u wilt.
- Jullie kunnen gaan als jullie willen.
- Hoe laat gaat ge gewoonlijk slapen?
- Hoe laat ga je gewoonlijk slapen?
- Hoe laat ga je doorgaans slapen?
Als je op de foto in je paspoort begint te lijken moet je op vakantie gaan.
- Vanaf morgen kunt ge zonder risico naar huis gaan per trein, auto of vliegtuig.
- Vanaf morgen kun je zonder risico per trein, auto of vliegtuig naar huis gaan.
Het is bedtijd.
Het is tijd om naar bed te gaan.
- Hoe laat gaat ge gewoonlijk slapen?
- Hoe laat ga je doorgaans slapen?
Hoe laat gaat ge gewoonlijk slapen?