Examples of using "Estaban" in a sentence and their dutch translations:
- Ze waren aan het hijgen.
- Ze hijgden.
Ze waren elkaar aan het omhelzen.
Ze waren verrast.
Ze waren dood.
Zij waren samen.
Waar waren ze?
Ze dronken.
Ze waren tevreden.
- Ze waren bezig.
- Ze waren druk.
Waren ze niet tevreden?
Ze waren er allemaal.
Iedereen dronk.
Iedereen was gelukkig.
Alle jongens dansten.
Iedereen was bang.
Ze verbeterden niet meer.
- Iedereen was stil.
- Ze waren allemaal stil.
- Zij waren allemaal stil.
- Ze waren allen stil.
- Zij waren allen stil.
Haar wangen waren rood.
Zij keken tv.
Mijn ouders waren woedend.
- Je was gelukkig.
- Jullie waren gelukkig.
- U was gelukkig.
Ze waren allebei naakt.
De deuren waren gesloten.
- Waren jullie bezig?
- Was u bezig?
Ze dronken.
- Iedereen keek me aan.
- Iedereen was mij aan het aankijken.
Enkele meisjes waren aan het tennissen.
dat is ons territorium ...
die verrast en verheugd waren
De gebeurtenissen waren nauw met elkaar verbonden.
Alle leden waren aanwezig.
Er waren duizenden mensen aanwezig.
Op één na was iedereen aanwezig.
Ze waren allemaal als clown verkleed.
Ze waren tevreden met het resultaat.
Iedereen applaudisseerde.
Iedereen was tegen mij.
Waar spraken ze over?
- Ze zwommen.
- Ze waren aan het zwemmen.
Alle studenten waren daar.
Alle telefoons gingen.
Alle jongens dansten.
Tom en Mary waren aan het praten.
Ze stonden daar voor de rechter,
Daar was iedereen er slecht aan toe, net als ik.
onzeker waren over hun rol.
De verkeerslichten waren allemaal rood.
Enkele meisjes waren aan het tennissen.
Zij waren gisteren niet op school.
Niet alle studenten waren aanwezig.
Iedereen was gelukkig.
Hadden ze misschien de verkeerde voor?
Niet al het personeel was aanwezig.
De soldaten waren bewapend.
Ze stonden.
bij personen die angstig waren en pijn hadden,
en heel hard hun best deden om goed om te gaan met de pijn.
Alsof het een weddenschap was.
Alle kabinetsleden waren aanwezig.
Drie kinderen waren aan het spelen in het park.
Alle spelers waren in positie.
Op het feest was iedereen goed gekleed.
Hun geduld begon op te raken.
Hun namen waren weggestreept van de lijst.
Alle jongens waren verliefd op Julia.
Tom en Mary zaten toen we binnenkwamen.