Translation of "Dejará" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Dejará" in a sentence and their dutch translations:

- Pronto dejará de llover.
- En breve dejará de llover.

Het zal gauw stoppen te regenen.

- No dejará de llover.
- Llueve sin cesar.

Het regent zonder ophouden.

Dejará Tokio en Junio para irse a Kansai.

Hij zal Tokio verlaten in juni en naar Kansai gaan.

Tom no dejará a María ir a la fiesta con John.

Tom staat het Mary niet toe om naar het feestje te gaan met John.