Examples of using "Bar" in a sentence and their dutch translations:
Tom is in de bar.
De bareigenaar beschuldigde me.
Tom gooide Mary uit de kroeg.
Wat was er het eerst, het bier of de kroeg?
het geluid van alle klanten die 'Moktor! Moktor!' scanderen.
en jij denkt dat we in een lawaaierige sportbar staan
Het was al vier uur 's morgens toen we het café verlieten.
Een Engelsman, een Belg en een Nederlander gaan een café binnen en nemen plaats aan de toog. Zegt de barkeeper: "Wacht even, is dit een mop of zo?"