Examples of using "Echó" in a sentence and their dutch translations:
Hij keek rond.
Het schip gooide zijn anker uit.
Hij schoot in een lach.
Het fruit bedierf.
Tom gooide Mary uit de kroeg.
Hij keek op zijn horloge.
Tom miste Maria.
Tom wierp een blik op het menu.
Hij deed melk in zijn koffie.
Tom schonk zichzelf een glas whisky in.
Tom wierp een blik op zijn horloge.
O wee, mijnheer, mijn moeder zette mij het huis uit.
Hij schonk melk in zijn thee en roerde hem.
Ze deed haar paraplu dicht en begon te rennen.
De leerkracht was heel kwaad, en stuurde Johnny uit de klas.
Tom wierp een blik op zijn horloge.
Ze deed haar paraplu dicht en begon te rennen.