Translation of "родила" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "родила" in a sentence and their dutch translations:

- Мэри родила дочку.
- Мэри родила дочь.

- Maria heeft een dochter ter wereld gebracht.
- Maria heeft een dochter gebaard.

- Она родила близнецов.
- Она родила девочек-близнецов.

Ze heeft een tweeling gebaard.

Я родила сама.

Ik heb een natuurlijke bevalling gehad.

Гора родила мышь.

De berg heeft een muis gebaard.

Она родила близнецов.

Ze heeft een tweeling gebaard.

Она родила здорового ребёнка.

- Ze is bevallen van een gezonde baby.
- Zij heeft een gezond kind ter wereld gebracht.

Миссис Смит родила второго ребенка.

Mevrouw Smith heeft haar tweede kindje ter wereld gebracht.

Она родила двойняшек, двух девочек.

Ze baarde een tweeling, twee meisjes.

Моя жена только что родила.

Mijn vrouw heeft net een baby gekregen.

- Она родила близнецов.
- У неё родились близнецы.
- У неё была двойня.
- Она родила двойню.

Ze had een tweeling.

Моя жена родила на прошлой неделе.

Mijn vrouw heeft vorige week een kind gebaard.

Том был в чём мать родила.

Tom droeg alleen zijn adamskostuum.

Она родила хорошенькую девочку на прошлой неделе.

Afgelopen week heeft ze een schitterende dochter gekregen.

- Она совершенно голая.
- Она в чём мать родила.

Ze is kontnaakt.