Examples of using "подошёл" in a sentence and their dutch translations:
- De bus komt eraan.
- De bus komt.
Tom benaderde Maria.
Niemand kwam bij hem in de buurt.
En er kwam iemand naar me toe en zei:
Tom liep naar het raam en keek naar buiten.
Wie heeft de telefoon beantwoord?
Wie heeft de telefoon beantwoord?
en kwam voor zonsopgang aan bij de voet van de wand.
Toen hij aankwam, reed de bus net weg.
Een vriend kwam bij mij en zei: