Translation of "повторить" in Dutch

- Можешь повторить?
- Ты можешь это повторить?

Kan je dat herhalen?

Можешь повторить?

- Kan je dat nog eens zeggen?
- Kunt u dat nog eens zeggen?
- Kan je dat herhalen?
- Kunt u dat herhalen?
- Kun je dat alsjeblieft nog eens zeggen?

- Ты можешь это повторить?
- Вы можете это повторить?

- Kan je dat nog eens zeggen?
- Kunt u dat nog eens zeggen?
- Kan je dat herhalen?
- Zouden jullie dat kunnen herhalen?

- Ты можешь это повторить?
- Ты не мог бы это повторить?

Zou je dat kunnen herhalen?

Вы можете это повторить?

Kunt u dat herhalen?

Ты можешь это повторить?

Kun jij dit herhalen?

- Ты не мог бы это повторить?
- Вы не могли бы это повторить?

- Zou je dat kunnen herhalen?
- Zou u dat kunnen herhalen?
- Zouden jullie dat kunnen herhalen?

- Вы можете повторить то, что сказали?
- Ты можешь повторить то, что сказал?

Kan je herhalen wat je zei?

Вы не могли бы повторить?

Nog een keer alstublieft.

Вам не стоит пробовать это повторить.

Dit wil je niet zelf proberen.

Пожалуйста, не пытайтесь повторить это дома.

- Probeer dit alsjeblieft niet thuis.
- Gelieve dit niet thuis te proberen.

Не могли бы вы повторить, пожалуйста?

- Kunt ge dat herhalen?
- Kunt u dat herhalen, alstublieft?

Не могли бы вы это повторить?

- Kunt u dat herhalen, alstublieft?
- Kan je dat herhalen, alsjeblieft?

Вы не могли бы это повторить?

Zouden jullie dat kunnen herhalen?

Что Вы сказали? Вы не могли бы повторить?

- Wat zei je? Kan je het nog een keer zeggen?
- Wat zei u? Kunt u het nog een keer zeggen?

Сейчас самое время сказать «не пытайтесь повторить это дома».

Als er iets is dat je niet thuis moet proberen is dit het wel.