Examples of using "пенсию" in a sentence and their dutch translations:
Tom ging met pensioen.
Ga met pensioen.
Ga met pensioen.
Zij leeft van een klein pensioen.
Babyboomers beginnen met pensioen te gaan.
Mijn vader gaat komende lente met pensioen.
Mijn vader ging op 65-jarige leeftijd met pensioen.
Ik heb besloten met pensioen te gaan.
- Ik ging vorig jaar met pensioen.
- Ik ben vorig jaar met pensioen gegaan.
Ik kan nooit met pensioen.
- Ik ben met pensioen.
- Ik ben gepensioneerd.
- Opa is met pensioen gegaan omdat hij oud aan het worden is.
- Grootvader is met pensioen gegaan omdat hij oud wordt.
Professor Jones zal komend jaar met pensioen gaan.
- Mijn vader ging op 65-jarige leeftijd met pensioen.
- Mijn vader is met pensioen gegaan toen hij 65 jaar was.
- Mijn vader is met pensioen gegaan met 65 jaar.
- Mijn vader ging op 65-jarige leeftijd met pensioen.
- Mijn vader is met pensioen gegaan toen hij 65 jaar was.
- Mijn vader is met pensioen gegaan met 65 jaar.
Ik kan niet zeggen dat ik blij ben met mijn pensionering.