Examples of using "нравился" in a sentence and their dutch translations:
Iedereen hield van Tom.
Ik vond Tom leuk.
- Eerst beviel hij me niet.
- Eerst beviel zij me niet.
Iedereen hield van Tom.
- Ik vond hem sowieso niet leuk.
- Ik vond hem toch al niet leuk.
Ze vond hem niet leuk.
Ze verafschuwde hem.
Tom vond Boston niet leuk.
Eerst beviel hij me niet.
- Je hield van chocolade.
- U hield van chocolade.
- Jullie hielden van chocolade.