Examples of using "закончилась" in a sentence and their dutch translations:
De week is voorbij.
De oorlog eindigde.
- De mis is afgelopen.
- De mis is voorbij.
Er is geen zout meer.
Al het eten was weg.
Mijn dienst zit erop.
Wanneer eindigde de oorlog?
De wedstrijd eindigde in een gelijkspel.
- De oorlog is gestopt in 1945.
- De oorlog kwam in 1945 tot een einde.
Ons voedsel raakte op.
De conferentie eindigde om vijf uur.
Het feestje was gedaan om negen uur.
De oorlog is voorbij.
Het Vikingtijdperk was toen voorbij.
De vergadering is dertig minuten geleden geëindigd.
De oorlog eindigde in 1954.
Het feest eindigde om tien uur.
Die oorlog eindigde in 1954.
Ik wil dat het werk vlug gedaan is.
De Tweede Wereldoorlog eindigde in 1945.
Toen aan één droom een einde kwam begon er dus een andere.
De Tweede Wereldoorlog eindigde in 1945.
Er is geen zout meer.
Wacht even. De was is klaar. Ik ga de was ophangen om te drogen.
Er is geen zout meer.
Om negen uur was het spel afgelopen.
De Tweede Wereldoorlog begon in 1939 en eindigde in 1945.
Ik ben geboren in het jaar dat de oorlog eindigde.
Ik ben geboren in het jaar dat de oorlog eindigde.
- Maria's wasmachine raakte defect een week nadat de garantie verlopen was.
- Maria's wasmachine ging kapot een week nadat de garantie vervallen was.