Examples of using "едим" in a sentence and their dutch translations:
- Wij eten appels.
- We eten appels.
- We zijn appels aan het eten.
We eten het vlees.
- Wij eten niet.
- We zijn niet aan het eten.
Wij eten brood.
We eten eieren.
- Wij eten dikwijls rauwe vis.
- We eten dikwijls rauwe vis.
Wij eten vis rauw.
We eten om te leven.
Wij eten soep met een lepel.
We eten vaak samen.
We eten omwille van twee redenen.
- Wij eten dikwijls rauwe vis.
- We eten dikwijls rauwe vis.
We eten driemaal per dag.
Normaal eten wij driemaal per dag.
We eten om te leven, we leven niet om te eten.