Translation of "встретились" in Dutch

- Их глаза встретились.
- Их взгляды встретились.

- Hun blikken kruisten elkaar.
- Hun blikken hebben elkaar gekruist.

Двое встретились лицом к лицу.

- De twee mannen hebben elkaar van man tot man ontmoet.
- De twee mannen hebben elkaar persoonlijk ontmoet.
- De twee mannen hebben een persoonlijk gesprek gehouden.

Встретились два охотника: оба мертвы.

Ontmoeting tussen twee jagers: allebei dood.

Мы встретились на уроке американской истории.

We hebben elkaar ontmoet in de les Amerikaanse geschiedenis

- В конце концов они встретились с глазу на глаз.
- Наконец они встретились лицом к лицу.
- В конце концов они встретились лицом к лицу.

Eindelijk hebben ze elkaar persoonlijk ontmoet.

Вскоре после этого мы снова случайно встретились.

Niet lang daarna kwamen we elkaar weer toevallig tegen.

Ты помнишь день, когда мы впервые встретились?

- Herinner je je de dag nog dat we elkaar voor het eerst ontmoet hebben?
- Herinner je je de dag nog dat wij elkaar hebben leren kennen?

- Ты с ним встретился?
- Вы с ним встретились?

Heb je hem ontmoet?

Где бы они ни встретились, у них начиналась ссора.

Altijd wanneer ze elkaar ontmoeten, hebben ze ruzie.

Наконец-то мы встретились! Я так долго ждал этого момента.

Eindelijk ontmoeten we elkaar dan! Ik heb hier zo lang op gewacht.

Наконец-то мы встретились! Я так долго ждал этого дня!

Eindelijk ontmoeten we elkaar dan! Ik heb hier zo lang op gewacht.

- Я рад, что мы встретились.
- Я рад, что мы познакомились.

Aangenaam kennis te maken.

Ты помнишь тот день, когда мы встретились в первый раз?

Herinner je je de dag nog dat wij elkaar hebben leren kennen?

Они встретились со студентами, а потом мы вместе пошли на ланч.

om de studenten te ontmoeten, en na afloop hebben we samen geluncht.

- Расскажи мне, как Том и Мэри познакомились.
- Расскажи мне, как Том с Мэри встретились.
- Расскажите мне, как Том и Мэри познакомились.

Vertel me hoe Tom en Mary elkaar ontmoet hebben.