Examples of using "Попробуй" in a sentence and their dutch translations:
Probeer het!
Proef maar!
Probeer wat.
- Probeer!
- Proef maar!
- Proef maar eens!
Probeer te kalmeren.
Probeer dat eens!
Proef dat eens.
Probeer het opnieuw.
Probeer dit.
- Probeer het zelf.
- Probeer het zelf maar.
- Probeer niet te huilen.
- Probeer niet te wenen.
Proef dit eens.
Probeer het opnieuw.
Probeer het nog eens.
Kom op. Probeer het eens.
Ga maar, probeer het nu.
Proef dat eens.
Probeer het opnieuw.
Probeer wat kaviaar.
Hier, proef eens.
Probeer het!
Proef deze koek eens.
Probeer het te eten.
Tracht geduld op te brengen met anderen.
- Probeer het nog eens.
- Probeer opnieuw.
Probeer het maar eens.
Probeer haar te vinden.
Probeer het nu eens.
Probeer eens deze saus.
Probeer dit snoepje eens.
Probeer opnieuw.
Probeer te schatten hoeveel je aan boeken hebt uitgegeven.