Examples of using "Кони" in a sentence and their dutch translations:
Alle paarden zijn dieren, maar niet alle dieren zijn paarden.
Paarden zijn nuttige dieren.
Paarden rennen.
Paarden zijn nuttige dieren.
- Zijn dat jouw paarden?
- Zijn dit jouw paarden?
- Zijn dat jullie paarden?
- Zijn dit jullie paarden?
- Zijn dat uw paarden?
- Zijn dit uw paarden?
- Iene miene mutte, tien pond grutte, tien pond kaas, wie is de baas?
- Onder de piano lag een ei, in dat ei daar zat een brief, waarop te lezen stond wie is uw lief?
- Onder de piano ligt een flesje bier; al wie er van drinkt, stinkt!
- Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn erin gekropen.