Examples of using "Tira" in a sentence and their dutch translations:
Afblijven!
Trek een kaart.
Breng me weg van hier.
Haal dat van je hoofd af.
Zet uw fiets weg.
Ze haalt goede cijfers in Engels.
Doe je stropdas af.
Waarom doe je je jas niet uit?
Handen thuis.
Hij haalt altijd voordeel uit de gemaakte fouten van zijn tegenstanders.
- Doe uw schoenen uit.
- Doe je schoenen uit.
Het koelt af tot acht, negen graden Celsius. De kou beneemt je de adem.
Waarom neem je foto’s?
Doe je hoed af wanneer je een tempel betreedt.
Zet je hoed af wanneer je een klaslokaal binnenkomt.
- Iene miene mutte, tien pond grutte, tien pond kaas, wie is de baas?
- Onder de piano lag een ei, in dat ei daar zat een brief, waarop te lezen stond wie is uw lief?
- Onder de piano ligt een flesje bier; al wie er van drinkt, stinkt!
- Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn erin gekropen.