Examples of using "Sorvete" in a sentence and their dutch translations:
- Ik hou van ijs.
- Ik ben gek op ijs.
Wil je wat ijs?
Ik ben gek op ijs.
Ik at ook een ijsje.
Ze bestelde een ijsje.
Tom at wat ijs.
Tom is dol op ijs.
Ik wil ijs.
Ik wil ijs eten.
- Het ijs smelt.
- Het ijsje smelt.
- Ik wil een ijsje.
- Ik heb zin in een ijsje.
Tom houdt van ijs.
Tom eet ijs.
Ik hou van ijs.
Het ijsje was heerlijk.
Hij geeft niet om ijs.
Ik hou van chocoladeijs!
Ik hou van aardbeienijs.
Tom at veel ijs.
Ik wil een vanille-ijsje.
- Ik ben dol op vanille-ijs.
- Ik hou van vanille-ijs.
Ik hou niet van ijs.
Iedereen houdt van ijs.
Ik hou van pistache-ijs.
Kinderen houden van ijs.
Tom bestelde een ijsje.
- De meeste kinderen zijn dol op ijs.
- De meeste kinderen houden van ijs.
- Je zou niet zoveel ijs moeten eten.
- Jullie zouden niet zoveel ijs moeten eten.
Tom houdt van vanille-ijs.
- Een aardbeienijsje, alstublieft.
- Een aardbeienijsje, alsjeblieft.
De overgrote meerderheid van de kinderen houdt van ijs.
De overgrote meerderheid van de kinderen houdt van ijs.
Tom at veel ijs.
Ik wil een ijsje met veel slagroom.
- Als je mij ijs koopt, dan zal ik je kussen.
- Als je mij een ijsje koopt, dan geef ik je een kus.
- Als je mij een ijsje betaalt, dan geef ik je een zoen.