Translation of "Promessa" in Dutch

Uma promessa é uma promessa.

Beloofd is beloofd.

Ele manteve sua promessa.

Hij hield zijn belofte.

Ele quebrou sua promessa.

Hij heeft zijn woord gebroken.

Não esqueça sua promessa.

Je moet je belofte niet vergeten.

Mas ele cumpriu sua promessa.

Maar hij heeft zijn gelofte vervuld.

Tom não manteve sua promessa.

Tom heeft zijn belofte niet gehouden.

- Eles me acusaram de quebrar minha promessa.
- Eles me acusaram de ter quebrado minha promessa.
- Elas me acusaram de ter quebrado minha promessa.
- Me acusaram de ter quebrado minha promessa.

Ze beschuldigden me van het breken van mijn belofte.

Tom não quebrou a promessa dele.

Tom heeft zijn belofte niet gebroken.

Perdoe-me por quebrar minha promessa.

Vergeef me voor het breken van mijn belofte.

Você se lembra da sua promessa?

Herinnert u zich uw belofte?

Ele esqueceu a promessa de ir até lá.

Hij vergat zijn belofte daarnaartoe te gaan.

Eu quero que você mantenha a sua promessa.

Ik wil dat je je aan je belofte houdt.

Ela o fez lembrar-se de sua promessa.

Zij hield hem aan zijn woord.

Depois de mais de um mês me contaram que a promessa não havia se mantido.

Na meer dan een maand liet men mij weten dat die belofte niet gehouden was.

A maior ameaça que os rinocerontes enfrentam é a ganância humana e a promessa de lucro.

De grootste dreiging voor alle neushoorns is menselijke hebzucht... ...en de belofte van grote winst.

E por alguma razão Hjorvard acha que seria uma boa ideia conseguir uma promessa de lealdade

En om de een of andere reden denkt Hjorvard dat het een goed idee zou zijn om een ​​belofte van trouw te krijgen