Examples of using "Pálido" in a sentence and their dutch translations:
- Ge ziet er bleek uit vandaag.
- Je ziet er bleek uit vandaag.
- Je ziet wat bleekjes vandaag.
Hij ziet er bleek uit.
Tom was razend.
Tom werd bleek.
Hij ziet er bleek uit.
Tom ziet er bleekjes uit.
- Ge ziet er heel bleek uit.
- Je ziet er erg bleek uit.
- Ge ziet er bleek uit vandaag.
- Je ziet er bleek uit vandaag.
- Je ziet wat bleekjes vandaag.
Ze is gewoon mat en wit.
Tom ziet er bleekjes uit.
Je ziet er bleek uit.
Je bent zo bleek als een spook.
Waarom ben je zo bleek?
Je ziet bleek. Moet ik een dokter roepen?
Je bent zo bleek als een spook.