Examples of using "Osso" in a sentence and their dutch translations:
De twee honden vochten voor het been.
- Hij gaf de hond een bot.
- Hij gaf een bot aan de hond.
- Hij gaf de hond een bot.
- Hij gaf een bot aan de hond.
De twee honden vochten voor het been.
Je bent een harde noot om te kraken.
Kijk, dat is een groot zoogdier.
Hij heeft een ongeluk gehad en heeft een been gebroken.
De hond was bezig met het begraven van zijn bot in de tuin.
Een meniscus is geen been. Het is kraakbeen, een elastisch, buigzaam weefsel.
Je bent een harde noot om te kraken.
Een meniscus is geen been. Het is kraakbeen, een elastisch, buigzaam weefsel.
Soms voelde het alsof er kokend water in mijn bot was geïnjecteerd.
...en hij had mijn triceps flink te pakken. En hij beet door het bot heen.
Hij had het vlees, ik had alleen bot - hij had de lusten, ik had de lasten.