Examples of using "Equador" in a sentence and their dutch translations:
Ik kom uit Ecuador.
Quito is de hoofdstad van Ecuador.
De evenaar deelt de wereldbol op in twee halfronden.
Ik ging naar Ecuador toen ik acht jaar oud was.
Mijn Spaanse woordenboek zegt het woord "desgraciado" niet te gebruiken in Ecuador.
Bij de evenaar zijn dag en nacht gelijk.