Examples of using "Custou" in a sentence and their dutch translations:
Wat kostte het kaartje?
- Hoeveel heeft het brood gekost?
- Hoeveel kostte het brood?
Deze hoed kostte tien dollar.
Hoeveel kostte uw schooluniform?
Dit kostte minder dan vijftien dollar.
Mijn gitaar was niet heel duur.
Maar die omweg heeft ons waardevolle tijd gekost.
Het ongeval kostte hem bijna het leven.
Het ongeval kostte hem bijna het leven.
Ik heb tweeduizend yen voor dat boek betaald.
Hoeveel kostte de taxirit?
De deelname van de Fransen aan de onafhankelijkheidsoorlog van de Verenigde Staten kostte de Franse schatkist twee miljard pond.
De deelname van de Fransen aan de onafhankelijkheidsoorlog van de Verenigde Staten kostte de Franse schatkist twee miljard pond.