Examples of using "Zmęczony" in a sentence and their dutch translations:
Ik was moe.
Ik ben moe.
Zo moe!
Jullie zijn moe.
Hij was erg moe.
Ik ben heel moe.
Ik ben niet moe.
- Ik ben doodmoe.
- Ik ben doodop.
- Ik ben uitgeput.
- Ben je moe?
- Bent u moe?
- Zijn jullie moe?
- Ik ben moe nu.
- Ik ben nu moe.
Ik ben een beetje moe.
Wat ben ik moe.
Ik was al moe.
Ben je nu moe?
Ben je moe?
Tom was moe.
Ik ben zo moe!
- Jij bent moe en ik ook.
- U bent moe en ik ook.
Hij ziet er moe uit.
Waarom ben ik zo moe?
Hij was erg moe.
Ik ben erg moe vandaag.
Ik ben nu erg moe.
Ik ben moe.
- Ben je niet moe?
- Bent u niet moe?
- Zijn jullie niet moe?
Hij was uitgeput door zijn lange mars.
Tom voelde zich moe.
Ik word zo moe van je.
Ik ben nog niet moe.
Ik ben niet de enige die moe is.
Ik raak alleen maar sneller uitgeput.
Ik ben uw voortdurend geklaag moe.
Ik ben te moe om te rennen.
Was je gisteravond moe?
Tom begon zich moe te voelen.
Tom lijkt moe te zijn.
Ik ben zo moe dat ik nauwelijks kan lopen.
Ik ben heel moe.
Ik was erg moe.
Dat was genoeg voor vandaag, ik ben moe.
Tom moet heel moe zijn.
Hij was te moe om te studeren.
Daar is hij. Hij is niet de enige die moe is.
- Ik ben helemaal niet moe.
- Ik ben absoluut niet moe.
Je weet niet hoe zat ik al deze klachten ben.
Ik ben zo moe dat ik naar bed ga zodra ik thuiskom.
Het was een koude, natte nacht en ik ben moe... ...maar als de dag aanbreekt zijn we weer onderweg.