Translation of "Trochę" in Dutch

0.021 sec.

Examples of using "Trochę" in a sentence and their dutch translations:

Trochę śmierdzi.

Hij stinkt behoorlijk.

Odpocznij trochę.

Neem wat rust.

Spróbuj trochę.

Probeer wat.

- Tom jest trochę szalony.
- Tom jest trochę zwariowany.

- Tom is een beetje gek.
- Tom is een beetje getikt.

To trochę energii.

Het is een beetje energie.

Trochę śmierdzi. Zobaczcie!

Hij stinkt behoorlijk. Ja, kijk.

Usunę trochę wiórów.

Ik schaaf er wat af.

Czasami trochę narzeka,

Soms zeurt ze erover tegen me,

Dodaj trochę mleka.

Voeg wat melk toe.

Potrzebuję trochę kawy.

Ik heb wat koffie nodig.

Jest trochę nieśmiała.

Ze is een beetje verlegen.

Oto trochę wody.

Hier is wat water.

Trochę dzisiaj zimno.

- Het is fris vandaag.
- Het is een beetje koud vandaag.

Mam trochę pieniędzy.

Ik heb wat geld.

Jestem trochę zmęczony.

Ik ben een beetje moe.

Zjadłam trochę chipsów.

- Ik at wat chips.
- Ik heb wat chips gegeten.

Jestem trochę nieśmiała.

Ik ben een beetje verlegen.

Jeszcze trochę cierpliwości.

Nog een beetje geduld.

Jestem trochę nieśmiały.

Ik ben een beetje verlegen.

Masz trochę pieniędzy?

Heb je wat geld?

Jestem trochę zdenerwowany.

Ik ben een beetje boos.

Trochę do tyłu!

Ga een beetje opzij!

- Mam trochę francuskich książek.
- Mam trochę książek po francusku.

Ik heb wat Franse boeken.

Teraz trochę to rozwinę.

Dan trek ik het wat breder open.

To trochę szalone, prawda?

Te gek, niet?

Jeśli odetniesz trochę kory,

Als je er een beetje schors afhaalt...

To było trochę... kosmate!

Dat scheelde maar een haartje.

To doda trochę przyczepności.

Het geeft je een beetje houvast.

Dźwięk był trochę mechaniczny.

klonk je een beetje mechanisch.

Chciałbym wymienić trochę pieniędzy.

Ik wil graag geld wisselen.

Mówię trochę po japońsku.

Ik spreek een beetje Japans.

Trochę mówi po angielsku.

Hij spreekt een beetje Engels.

Rozumiem trochę po niemiecku.

Ik begrijp een beetje Duits.

Muszę wybrać trochę pieniędzy.

Ik moet geld gaan pinnen.

Dasz mi trochę pieniędzy?

- Kan je me wat geld geven?
- Kan jij mij wat geld geven?
- Kan je mij wat geld geven?

Pożyczyłem przyjacielowi trochę pieniędzy.

Ik heb mijn vriend wat geld geleend.

Chyba trochę się spóźnimy.

Het ziet ernaar uit dat we wat te laat zullen zijn.

Jest trochę za mała.

Het is een beetje klein.

"Czy to pomogło?" "Trochę."

"Heeft het geholpen?" "Een beetje."

Czy mogę trochę odpocząć?

Mag ik even uitrusten?

- Mój kot wygląda trochę jak herbatnik.
- Mój kot przypomina trochę ciasteczko.

Mijn kat ziet er een beetje uit als een koekje.

Potem zebrałem trochę więcej informacji

Als je dan verder gaat zoeken

Wezmę trochę wody z manierki.

Ik pak wat water uit mijn fles.

Ale przynajmniej jest trochę tropów.

Maar we hebben in elk geval sporen om te volgen.

To trochę jak... żucie kartonu.

Het smaakt een beetje naar karton.

Ale da mi trochę energii.

Maar het is een beetje energie.

Okej, spróbujmy. Usunę trochę wiórów.

Oké, laten we het proberen. Ik snijd er wat af.

Przyniesiemy trochę, wlejemy do dołu,

...om water te halen en het in het gat te gieten...

Zaczynam czuć się trochę klaustrofobicznie.

Dan word ik een beetje claustrofobisch.

Wystarczy tylko dodać trochę atramentu

En als dat zo is, voeg ik slechts een paar lijntjes inkt toe voor verbinding --

Waleczność kupiła jej trochę czasu.

Met haar dapperheid wint ze tijd.

Wygląda mi to trochę niepewnie.

Het is toch een beetje hachelijk.

Jest na nim trochę węzłów,

Ik heb een paar knoopjes in het parachutedraad...

To trochę jak wilgotny melon.

Het is als klamme meloen.

To brzmi tak trochę średnio.

Dat klinkt niet echt geweldig.

Pozwólcie nam choć trochę spróbować.

- Laten we iets proberen!
- Laat ons iets proberen.

W lodówce jest trochę mleka.

Er is melk in de koelkast.

Proszę wpuścić trochę świeżego powietrza.

Laat alsjeblieft wat frisse lucht naar binnen.

Masz ochotę na trochę jajecznicy?

Wil je graag een beetje roerei?

Możesz mi dać trochę pieniędzy?

- Kan je me wat geld geven?
- Kan jij mij wat geld geven?
- Kan je mij wat geld geven?

To nie da mi dużo energii, ale trochę pomoże. Jeśli odetniesz trochę kory,

Hij geeft niet veel energie maar wel een beetje. Als je er een beetje schors afhaalt...

Albo mogę wziąć trochę tych czerwi,

Of ik kan wat larven nemen...

Spróbuję strząsnąć trochę krwi w dłonie.

Probeer het bloed naar de handen te schudden.

Może jestem przez to trochę stronniczy,

Misschien maakt me dat een beetje bevooroordeeld,

Wyciśnijmy trochę więcej i chodźmy dalej.

We halen er nog een beetje uit. En dan gaan we weer verder.

Czy chciałbyś jeszcze trochę więcej ciasta?

Wil je nog wat taart?

To jest trochę dziwne dla mnie.

Voor mij is dat een beetje bizar.

Trochę czasu trwało, nim ją przekonałem.

- Ik heb wat tijd nodig gehad om haar te overhalen.
- Ik heb wat tijd nodig gehad om haar te overtuigen.

Tom kupił trochę warzyw i owoców.

Tom heeft wat groenten en fruit gekocht.

Myślę, że musimy jeszcze trochę poczekać.

Ik denk dat we nog een beetje langer moeten wachten.

Idź do domu i trochę pośpij.

Ga naar huis en slaap wat.

Coś, co przekona was trochę do mnie.

Iets om mezelf wat schattiger te laten lijken.

Mają trochę węglowodanów i dobre naturalne enzymy.

En er zitten veel koolhydraten en goede natuurlijke enzymen in, dat is goed.

Mają trochę węglowodanów i dobre, naturalne enzymy.

Het bevat wat koolhydraten... ...en goede natuurlijke enzymen.

Jest tu trochę ciasno, ale to dobrze.

Dat het hier krap en klein is, dat is goed.

Albo użyć trochę kory z tej brzozy.

Of ik kan wat van de schors gebruiken van deze berk.

Możesz jednak użyć trochę piasku jako posypki.

Je kunt zand gebruiken... ...als gravel.

I to da mi trochę światła. Chodźmy.

Daar heb ik wat licht van. Laten we gaan.

Więc wrócimy, weźmiemy trochę wody i spróbujemy.

Dus we gaan terug, halen water en proberen dat.

Nie podziała zbyt długo, ale... trochę pomoże.

Het werkt niet de hele dag... ...maar het helpt een beetje.

Wczoraj w nocy bolała mnie trochę głowa.

Gisternacht had ik een beetje hoofdpijn.

On co miesiąc odkłada sobie trochę pieniędzy.

Hij spaart elke maand geld.

Cieszę się, bo uczę się trochę niderlandzkiego.

Ik ben gelukkig, want ik leer wat Nederlands.

Mój kuzyn jest trochę starszy ode mnie.

Mijn neef is iets ouder dan ik.

Powinniśmy schować trochę pieniędzy na czarną godzinę.

We zouden een appeltje tegen de dorst moeten bewaren.