Translation of "Wybacz" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Wybacz" in a sentence and their dutch translations:

- Wybacz, proszę.
- Proszę, wybacz mi.

Vergeef me alsjeblieft.

Wybacz, proszę.

Vergeef me alsjeblieft.

Wybacz mi!

- Vergeef me.
- Vergeef me!

Wybacz mu.

Vergeef hem.

Wybacz mi.

Vergeef me.

Wybacz Tom.

Vergeef Tom.

Wybacz nam.

Vergeef ons.

Wybacz, czy mówisz po angielsku?

- Sorry, spreekt u Engels?
- Excuseer, spreekt u Engels?
- Excuseer, spreek je Engels?

- Wybacz, pozwól mi wskazać trzy błędy w powyższym artykule.
- Przepraszam, pozwól mi wskazać trzy błędy w powyższym artykule.

- Excuseer, staat u me toe drie fouten in het bovenstaande artikel te vermelden.
- Excuseer me, graag wil ik de aandacht vestigen op drie fouten in het bovenvermelde artikel.