Translation of "Pomaga" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Pomaga" in a sentence and their dutch translations:

pomaga złagodzić ból

maar het helpt bij pijnvermindering...

On mi pomaga.

- Hij hielp mij.
- Hij heeft mij geholpen.

Czy to pomaga?

Helpt dat?

Ale przynajmniej to pomaga.

Maar het werkt tenminste.

Kto pomaga twej matce?

- Wie helpt uw moeder?
- Wie helpt je moeder?

pomaga zapobiec wyginięciu zasobów rybnych

en te voorkomen dat het visbestand instort,

Łąkotka pomaga stabilizować staw kolanowy

De meniscus helpt de knie stabiliseren

Nos pomaga mu znaleźć pożywienie.

En gebruikt zijn neus om voedsel te zoeken.

Żona pomaga mi budować drogi.

Mijn vrouw helpt me bij het bouwen van de wegen.

Światło pełni księżyca pomaga gepardom polować.

Het volle maanlicht helpt jachtluipaarden jagen.

Pomaga zrozumieć procesy zachodzące w świecie.

Het kan helpen om de echte processen van onze wereld te begrijpen.

Znacznie pomaga brak barier między tobą a środowiskiem.

...helpt het enorm om geen barrière te hebben.

Ale ten nikły blask nie pomaga zwierzętom szukającym pożywienia na ziemi.

Maar deze zwakke gloed helpt weinig... ...voor dieren die voedsel op de grond zoeken.

Jak daleko mogą rozwinąć się technologie Holland pomaga nakarmić cały świat?

In hoeverre kunnen de technologieën ontwikkeld in Nederland de hele wereld helpen?

Nawet tupot odnóży termita. Ten potajemny tryb życia pomaga mu też unikać drapieżników.

Zelfs het getrippel van termietenvoetjes. Deze levenswijze helpt haar ook zich voor andere roofdieren te verbergen.

że potrafią wykryć jedną cząsteczkę feromonu pośród milionów. Zygzakowaty lot pomaga wyznaczyć jej pozycję.

...dat ze één feromoonmolecuul uit miljoenen kunnen ontwaren. Zigzaggend vliegen helpt hem de locatie te vinden.