Examples of using "Nieśmiały" in a sentence and their dutch translations:
Ik was verlegen.
- Je bent verlegen.
- Jullie zijn verlegen.
Tom is verlegen.
Ben je verlegen?
Ik ben een beetje verlegen.
Ik was te verlegen.
Ik ben verlegen.
Tom is niet verlegen.
- Ik ben een verlegen jongen.
- Ik ben een schuchtere jongen.
Ik ben erg verlegen.