Translation of "Dźwięk" in Dutch

0.013 sec.

Examples of using "Dźwięk" in a sentence and their dutch translations:

Dźwięk ciszy.

Het geluid van stilte.

Dźwięk był trochę mechaniczny.

klonk je een beetje mechanisch.

Co to za dźwięk?

Wat is dit voor een geluid?

Nagle usłyszał dziwny dźwięk.

Plots hoorde hij een eigenaardig geluid.

- Co to za dźwięk?
- Przed chwilą, co to był za dźwięk?

Wat was dat voor een geluid?

Co to za dźwięk? Nietoperze!

Wat is dat voor geluid? Vleermuizen.

Ma on fizyczny element - dźwięk,

en het heeft een fysieke component, het geluid,

Hałas jest definiowany jako niechciany dźwięk.

'Lawaai' wordt gedefinieerd als ongewenst geluid

Imituje dźwięk ptaka o nazwie bentewi wielki.

Het imiteert het geluid van de kiskadie.