Examples of using "Vederlo" in a sentence and their dutch translations:
- Kan je dat zien?
- Kunt u dat zien?
- Kunnen jullie dat zien?
- Ik wil het niet zien.
- Ik wil hem niet zien.
We kunnen hem niet zien.
Ik wil het graag zien.
Wil je het zien?
Ik zou dat wel eens willen zien.
Je zult hem morgen kunnen zien.
Ik wil hem koste wat kost zien.
Ik wil het met eigen ogen zien.
- Kan je het zien?
- Kun je het zien?
- Kunt u het zien?
- Kunnen jullie het zien?
Ik zie hem niet.
Ik zou hem morgenmiddag graag willen zien.
We kunnen het niet zien.
Ik wil het niet zien.
komen mensen naar Nepal om de berg te zien,
Altijd wanneer ik hem bezoek, is hij in bed.
De soldaten konden hem nu zien.
Ik wil het zien.
Tom wil het zien.
Ik zal het niet gaan zien.