Examples of using "Uccello" in a sentence and their dutch translations:
Deze vogel kan vliegen.
Een vogel kan vliegen.
Het is een vogel.
Ik kan geen vogel tekenen.
Wat is jouw lievelingsvogel?
Deze vogel kan niet vliegen.
Er vloog een vogel in de boom.
Een vogel kan vliegen.
Hoe heet deze vogel?
- Ze schreef een boek over een vogel.
- Ze heeft een boek over een vogel geschreven.
Er vloog een vogel in de boom.
Ik zie een vogel op het dak.
Deze vogel kan niet vliegen.
Deze vogel wordt een meeuw genoemd.
Een vogel heeft vleugels.
- Hoe heet deze vogel?
- Hoe noem je deze vogel?
- Hoe heet die vogel?
Tux is een antarctische vogel.
Een gans is een watervogel.
Als ik een vogel was, zou ik naar jou toe vliegen.
Ik droomde dat ik een vogel was.
Deze vogel wordt „koekoek” genoemd.
Ik zou liever een vogel dan een vis zijn.
Ik zou liever een vogel dan een vis zijn.
Hoe noem je deze vogel in het Engels?
Een vogel is aan het zingen in de boom.
Een vogel vloog hoog in de lucht.
Ik kan een rare blauwe vogel op het dak zien.
Ik zou liever een vogel dan een vis zijn.
Op weg naar huis, zag ik een witte vogel.
Een vleermuis is geen vogel, maar een zoogdier.
- Hoe heet deze vogel?
- Hoe noem je deze vogel?
- Hoe heet die vogel?
De pinguïn is een vogel die niet kan vliegen.
Die vogel eet graan en andere zaden.
Ik zou liever een vogel dan een vis zijn.
Deze vogel leeft in Japan noch in China.
Een roos is een bloem, en een duif is een vogel.
Een kanarie is een kleine vogel en mensen houden hem soms als huisdier.
Het had het hoofd van een vrouw, het lichaam van een leeuw, de vleugels van een vogel en de staart van een slang.