Examples of using "Sveglia" in a sentence and their dutch translations:
De wekker wekt me om zeven uur.
De wekker loopt af.
Word wakker!
Maak Tom wakker!
Maak Tom wakker!
Ik ben wakker.
Blijf wakker.
Ben je wakker?
Word wakker!
Ik word niet wakker zelfs al gaat het alarm af.
Mijn wekker ging vanmorgen niet af.
Ben je echt wakker?
Waarom ben je wakker?
Ik ben nu helemaal wakker geworden.
Het is veel beter wakker te worden van de vogels dan van de wekker.
Ik denk dat ik de enige ben die wakker is.
Het was duizenden keren wakkerder en intelligenter dan ik.
Mary is gisteravond laat opgebleven.
Als dit een droom is, zal ik de man vermoorden die me wakker maakt.
Ik ben blijven slapen want mijn wekker ging niet af.
Mijn grootvader staat vroeg op.
Koffie houdt me wakker.
Op dat moment was ik nog wakker.
Een vriend zei: "Ze is de meest bewuste baby die ik ooit zag."
Gisteren is de wekker niet afgelopen en Kurt is niet wakker geworden.