Examples of using "Affamata" in a sentence and their dutch translations:
Honger?
Ik heb honger.
Ze zegt dat ze honger heeft.
Ik heb honger.
Ik ben uitgehongerd.
- Heeft u honger?
- Heb je honger?
Ik heb echt niet zo veel honger.
Ik heb geen honger.
Er zijn mensen in de wereld die zo'n honger hebben, dat God alleen in de vorm van brood aan hen kan verschijnen.
Ik neem aan dat je honger hebt.