Examples of using "Városban" in a sentence and their dutch translations:
Woon je in de stad?
Ik woon in de stad.
- In welke stad woon jij?
- In welke stad woon je?
Ik woon in een stad.
Woon je in de stad?
Ik woon in de stad.
Zij woont in de stad.
Ik wil in de stad wonen.
Ik woon in een grote stad.
- In welke stad woon jij?
- In welke stad woon je?
In wat voor soort stad woon je?
Ben je in de stad?
Ik woon in de stad.
Ik ben in de stad.
In welke stad ben je?
Hij is de stad uit.
Ik wil in een grote stad leven.
Zijn er in die stad parken?
We wonen in een mooie stad.
Zijn er scholen in de stad?
zie ik dit in het alledaagse landschap.
Ik wil in een grote stad leven.
Hoeveel inwoners heeft deze stad?
Ken je iemand in deze stad?
Hoe lang ben je al in de stad?
Ik wist niet dat ge in deze stad waart.
In de Verenigde Staten is er in elke stad een bibliotheek.
Er is een erg oude tempel in de stad.
Ik zal je de stad laten zien.
Ik woon in de stad maar mijn ouders hebben op het platteland gewoond.
Dit is het grootste hotel in deze stad.
We mochten haar niet houden in onze woonplaats,
Ik ben van plan om in de stad te gaan wonen.
Je hebt geluk dat je in deze mooie stad op de wereld bent gekomen.
- Regent het in jouw stad?
- Regent het in uw stad?
- Regent het in jullie stad?
Dit is de stad waar hij geboren is.
Wij zijn niet de enige primaten die gedijen in een stedelijke omgeving.
Ook al had hij het druk, hij nam toch wat van zijn tijd om mij de stad te laten zien.