Examples of using "Tudtam" in a sentence and their dutch translations:
- Ik wist het.
- Ik heb het geweten.
- Dat wist ik niet.
- Ik wist dit niet.
Ik wist niets.
Ik wist dat je het zou appreciëren.
- Dat wist ik niet.
- Ik wist dit niet.
Ik kon hem nauwelijks begrijpen.
Het lukte me niet om dat te repareren.
Ik wist dat hij zou accepteren.
Ik kon niet in slaap komen.
Ik kon niet slapen.
Ik kon daar niet minder van nemen.
Ik wist niet dat jullie me zochten.
- Ik zwom sneller toen ik jong was.
- Ik kon harder zwemmen toen ik jonger was.
Ik wist niet dat je schaakte.
Ik wist niet waar het vandaan kwam.
Ik wist wel dat je zou komen.
Ik wist dat je honger zou hebben.
Ik wist dat hij op Mary wachtte.
Ik wist niets van uw plan.
Ik wist dat je bij me terug zou komen.
Ik wist niet dat je zou komen.
Ik wist niet waar ik heen moest gaan.
In het begin wist ik niet wat te doen.
In het begin wist ik niet wat te doen.
In het begin wist ik niet wat te doen.
In het begin wist ik niet wat te doen.
Ik kon niet naar het verjaardagsfeestje komen.
Doordat ik Operation Gladio kende...
Ik kon alleen maar aan haar denken.
Ik kon geen contact krijgen met hem.
Ik kon tussen de regels lezen.
- Ik wist niet dat je een kat had.
- Ik wist niet dat jij een kat had.
Ik wist niet dat jij hobo speelde.
Ik wist niet dat je een vegetariër was.
Ik was dat van een betrouwbare bron te weten gekomen.
Ik kon alle vragen beantwoorden.
Ik kon zijn huis niet vinden.
Ik kon niet praten.
Ik kon niet stoppen met huilen.
Ik wist dat je Boston leuk zou vinden.
Ik was erg moe, maar ik kon desondanks niet slapen.
Ik wist niet dat ge in deze stad waart.
Ik was zo opgewonden dat ik niet in slaap kon vallen.
Het enige wat ik kon zeggen was:
wist ik dat, zelfs voor de eerste grap geland was
Ik nam alles wat ik wist over comedy:
Ik wist niet echt hoe ik me daarop kon voorbereiden,
Zo snel mogelijk naar boven.
Dat wist ik toen niet.
Ik was sprakeloos.
Ik zou graag naar Japan kunnen gaan.
Ik wist niet wat te zeggen, en zweeg.
- Ik wist niet dat Tom in Boston gewoond heeft.
- Ik wist niet dat Tom in Boston woonde.
Door de warmte kon ik niet slapen.
Ik wist niet hoe ik zijn vraag moest beantwoorden.
Ik wist niet dat je je zo slecht voelt.
Ik heb het gedicht zo goed vertaald als ik kon.
Ik heb zo veel mogelijk woordenboeken geraadpleegd.
Ik wist niet dat ge zo goed kondt koken.
Ik wist wat er in de andere kamer was.
Ik heb altijd geweten dat deze dag zou komen.
omdat ik wist dat het beter kon.
Ik wist niet dat je je zo slecht voelt.
Ik wist niet dat Tom en Mary uit elkaar waren.
- Ik wist niet wat ik tegen Tom moest zeggen.
- Ik wist niet wat ik Tom moest vertellen.
Zonder je had ik het niet kunnen doen. Bedankt.
Toen ik klein was, kon ik overal slapen.
Ik wist niet eens dat je van basketbal hield.
Ik wist dat Tom vandaag vroeg naar huis zou gaan.
Ik wist niet dat we dat niet mochten doen.
Ik was zo opgewonden dat ik niet in slaap kon vallen.
De betekenis van die prognose drong maar moeizaam tot me door.
Ik was me scherp bewust van heimelijke bewegingen in de bomen.
Ik wist niet dat appelbomen uit zaden groeien.
Ik wist altijd al dat Tom terug zou komen.
Ik wist niet dat honden goed konden zwemmen.
Ik wist dat ik moest reageren, maar hoe?
Tot een nieuwe golf die hervormt. Ik kende Bordaberry al lang.
Ik wist toen nog niet dat ik iets bijzonders had gezien.
De koffie was zo heet, dat ik hem niet kon drinken.
- Zonder haar hulp kon ik mijn opdracht niet volbrengen.
- Zonder haar hulp kon ik mijn taak niet afmaken.
Ik wist niet dat ge zo goed kondt koken.
Ik kon zijn huis niet vinden.