Examples of using "Szótárat" in a sentence and their dutch translations:
Ik gaf mijn zus een woordenboek.
Breng me het woordenboek.
Ik zou graag een goed woordenboek hebben.
Weet je hoe je een woordenboek moet gebruiken?
Zij kocht ook het woordenboek.
Tom kocht Maria een woordenboek.
Tom gaf Maria een Frans woordenboek.
Waarom kocht je zo'n duur woordenboek?
Waarom kocht je dat duur woordenboek?
Waarom kocht je dat duur woordenboek?
Moeten we onze woordenboeken morgen meenemen naar de les?
Waarom kocht je zo'n duur woordenboek?