Examples of using "Add" in a sentence and their dutch translations:
Geef het aan mij.
Geef het aan mij.
Geef nooit op. Geef u nooit over.
Breng me een handdoek.
Geef dit aan Ramu!
Geef op.
Geef me je hand.
Geef het aan haar.
Geef niet op!
Geef me de afstandsbediening terug!
Geef mij het boek.
Doe de groeten aan Judy.
Geef me mijn handdoek.
Geef nooit op.
Geef me mijn boek terug.
Geef mijn fles terug.
Geef me mijn geld terug!
Geef mij het potlood.
- Geef mij uw telefoonnummer.
- Geef me je telefoonnummer.
Geef me de helft.
Geef het hem niet.
Geef me de afstandsbediening terug!
Geef mij het nummer.
Geef mij de schaar alstublieft.
Quintilius Varus, geef mijn legioenen terug!
Geef me dat boek terug!
Geef me het groene boek.
Leen me je fiets uit.
- Geeft u me alstublieft uw telefoonnummer.
- Geef me alsjeblieft je telefoonnummer.
Geef dit boek aan Tom.
Geef me een van deze alsjeblieft.
Het is uit tussen ons. Geef me mijn ring terug!
- Geef me de sleutel.
- Geeft u me de sleutel.
Kom onmiddellijk terug.
Geef me je geld.
Het is uit tussen ons. Geef me mijn ring terug!
Het belangrijkste is om niet op te geven.
- Geef het op!
- Geef het op.
Breng me het woordenboek.
Ik zou graag hebben dat je die brief voor mij op de bus doet.
- Geef me de sleutel van dit kasteel!
- Geef me de sleutel van dit slot!
Geef me mijn geld terug!
- Wanhoop niet, alles is nog niet verloren.
- Geef de moed niet op, er is nog hoop.
Geef me het boek terug als je klaar bent met lezen.
Zet je naam op de lijst en geef hem door aan de volgende persoon.
Geef het wapen aan mij!
Geef de hoop niet op.
- Geef mij uw telefoonnummer.
- Geef me je telefoonnummer.
- Wanhoop niet, alles is nog niet verloren.
- Geef de moed niet op, er is nog hoop.
Laat het me weten.
Speel niet dood.
Men moet de huid niet verkopen voordat de beer geschoten is.