Examples of using "Kalácsot" in a sentence and their dutch translations:
- Ik was cake aan het bakken.
- Ik was een cake aan het bakken.
- Wilt u nog een stuk gebak?
- Wil je nog een stuk cake?
- Ze heeft voor mij een cake gebakken.
- Ze bakte een cake voor mij.
Ik heb lekkere koffie en koek voor u klaargemaakt.
- Ik was cake aan het bakken.
- Ik was een cake aan het bakken.
Een taart in gelijke stukken snijden is nogal moeilijk.