Examples of using "Sütött" in a sentence and their dutch translations:
Zij heeft koekjes gebakken.
- Ze bakte brood.
- Ze heeft brood gebakken.
Tom bakte brood.
De zon scheen.
- Ze heeft voor mij een cake gebakken.
- Ze bakte een cake voor mij.
Ik proefde van de cake die ze gebakken had.
Pas in de namiddag valt het zonlicht in onze tuin.